Mijn dochter Eva studeerde politieke wetenschappen in Brussel. In april 2017 leek haar interessant om eens in de keuken van en gemeentelijke organisatie te kijken. Een snuffelstage was zo geregeld. Bij de gemeente Sint Anthonis, waar ik destijds als directeur (ad interim) werkzaam was, heeft Eva twee dagen meegelopen. Ze heeft managers gesproken en is bij overleggen aangeschoven. Ook is ze met een van de wethouders op pad geweest. Hieronder lees je het interview uit 2017, toen ik haar vroeg naar haar ervaringen. Ik dacht toen bij mezelf: Dit zouden veel meer mensen moeten doen!
Wat was de reden dat je een keer bij een gemeente stage wilde lopen?
Ik studeer politieke wetenschappen en dat is veel theorie en weinig praktijk. Het leek me interessant om in de praktijk te zien hoe het in een politieke organisatie in zijn werk gaat. Daar komt bij dat in een studie vooral op landelijk niveau dingen worden behandeld. Het is leuk om dit op lokaal niveau te zien bij een gemeente. Bovendien: in België, waar ik studeer, lopen dingen weer anders dan in Nederland. Die vergelijking is ook interessant. Bijzondere kans was natuurlijk dat mijn vader nu bij de gemeente Sint Anthonis werkt en dat ik hem ook aan het werk kon zien en zo gezichten op de verhalen kon plakken.
Wat heeft je het meest verrast?
Alles is mensenwerk. Het werk achter de computer is niet bepalend voor het resultaat, maar juist de persoonlijke contacten tussen collega’s zijn heel belangrijk en zorgen voor een betere kwaliteit van de advisering. In werkgroepen werd goed naar elkaar geluisterd, werd ruimte aan elkaar gegeven om inbreng te leveren. Zo vulden medewerkers elkaar mooi aan en kwamen tot oplossingen en nieuwe inzichten. Ook zag ik dat bestuurders elkaar en de medewerkers gebruiken als klankbord. Door die feedback kunnen ze beter beslissingen nemen.
Ik zag grote verschillen in de houding en het gedrag van managers. Zij kunnen duidelijkheid scheppen door dingen goed door te spreken in overleg, in plaats van een mailtje te sturen. En het viel mij op hoe de houding van een manager een reactie uitlokt bij medewerkers en dit bepaalt in grote mate hoe een collega het werk oppakt. Als er vertrouwen is voelen medewerkers zich vrijer om met creatieve en originele oplossingen te komen en die te delen met elkaar en hun leidinggevende.
Ook was ik verrast over de mate van vrijheid die een ambtenaar heeft binnen de kaders die de gemeenteraad heeft gesteld. In de advisering aan het college is veel speelruimte voor de ambtenaar om daar een eigen invulling aan te geven. Ik dacht dat de raad en het college de richting bepalen en ambtenaren alleen uitvoeren. De politieke kleur heeft minder invloed dan ik dacht. In de praktijk moeten wethouders in belangrijke mate vertrouwen op een professionele advisering van hun ambtenaren, omdat zij onmogelijk van alles verstand kunnen hebben. Ik zag dat de wethouder goed luisterde naar de juridisch adviseur, maar wel haar eigen visie en standpunt inbracht. Die wisselwerking is interessant.
Wat neem je mee naar Brussel?
Ik dacht dat het werk als ambtenaar, op een kantoor erg saai zou zijn, maar het werk kan heel dynamisch en afwisselend zijn. Het kan zowel inhoudelijk heel interessant en uitdagend zijn als ook door de wijze waarop collega’s en managers met elkaar omgaan. Een lach en een grap kan alles ineens veel lichter maken en de een discussie een andere wending geven. Ook grappig om te zien dat de managers net zo goed behoefte hebben aan een uitlaatklep. Plezier in het werk is net zo belangrijk als het resultaat.